9.7.06

Het refrein van een Heitser Carnavalsleedje.

Hei, bössel maore, hutje moos, selderie en ein sjpeerke paor.
Borebroeloft vere wae hie in Heytse eder jaor.
Ein komp kerboet, proeme op saap, huidvleis aan ein sjtök,
Borebroeloft kumtj eder jaor weer trök!

Ik zie oma nog bezig om het bloed op te vangen in een komp en ze roert er flink met haar hand doorheen om het bloed niet te vlug te laten stollen, want er moest bloedworst en kroeboet van gemaakt worden. Dat klinkt luguber, maar voor ons kinderen was dat gewoon. Vervolgens werd er kokend water over het varken gegoten om de haren er gemakkelijk van af te kunnen krabben. Als dat gebeurd was, dan was het grote ogenblik aangebroken.Het varken werd opengesneden en één van de jongens kreeg de blaas. (Je liet die blaas drogen en dan kon je hem opblazen en er mee voetballen of je sneed hem in stukken om er een foekepot van te maken).
Alles van het varken werd gebruikt. Ingezouten, in het zuur gezet, geweckt, gekookt of gerookt. Er werd braadworst, bloedworst, leverworst, kaantjes, gesmolten vet, gehakt of kroeboet en huidvleis van gemaakt. Het spek en de hammen verdwenen in de schoorsteen om gerookt te worden.
Ze waren er dagen mee bezig en de familie kon een hele winter vlees eten en in de varkenskooi lag inmiddels weer een nieuwe big zich dik te vreten en zijn lot af te wachten.Had ie maar geen varken moeten worden!

Tenslotte iets over de bereiding van huidvleis:
Het maken van dit gerecht zal niet iedereen aanspreken, integendeel. Bij velen zullen de rillingen over de rug lopen, zo staat al in het Ierste Mestreechter Kookbook te lezen.
Ingrediënten:
Longen, lever en nieren van het varken, 'n halve varkenskop, 1 varkenspoot, een halve kilo zwoerd, 1 rol beschuiten, zout, peper en nootmuskaat.
Bereidingswijze:
In een grote ketel de longen, lever en nieren in koud, gezouten water aan de kook brengen. Doe hetzelfde met de kop, de poot en de zwoerd in een andere ketel en met gewoon water. Als het vlees gaar is de longen, lever en nier door de vleesmolen gedraaid. Het vlees van de kop en poot afhalen en ook door de molen draaien. Warm het kookwater in de tweede ketel op, doe het gemalen vlees er in, wrijf de beschuiten fijn en breng de massa op smaak met peper en zout en (niet teveel nootmuskaat). Schud de warme brij in natte kommen en laat het geheel opstijven. Als er geen varkenspoot bij zit, dan per liter kooknat 70 gram gelatine bijvoegen. Smakelijk eten!
Har.