10.7.06

Det verke oppe leier.


Vroeger was het heel gewoon dat huisgezinnen op het platteland, ook al had men geen boerenbedrijf, toch een of twee varkens hielden die dan ergens achterom in een stal of schuurtje huisden. Deze varkens werden aangeschaft om vet te mesten.Vetmesten dat ging eigenlijk vanzelf, zij kregen namelijk heel goed en lekker te vreten, zoals gaargekookte aardappelschillen vermengd met speciaal varkensmeel waar alles inzat wat een varken nodig had. Men kon dit meel bij de boerenbond kopen. Ook groente- fruit en tafelafval behoorden tot de maaltijd van een varken. Enfin, het kwam er op neer dat alles wat maar eetbaar was, aan het varken gevoerd werd. Ze waren geen kieskeurige, ze lusten alles, ze heten ook niet voor niets varken. Meestal als zo’n varken een half jaar oud was, had hij het gewicht bereikt en was ie goed voor de slacht.

In de 50-60tiger jaren hielden wij bij ons aan huis ook varkens. Eerst op de Heibloem en later op de Kleine Laak in Roggel, toen we in het huis van opa en oma Kierkels gingen wonen. Daar hadden we nog zo’n ouderwetse varkensstal die uitkwam op ook een ouderwetse WC (plank met een gat erin) en waar de voerbak aan je voeten grensde. Het was wel even wennen met die varkens zo vlakbij je. De varkens hadden uiteraard geen gebrek aan belangstelling. Ze werden geregeld bezocht worden door een van de WC-gangers. En ging er iemand toevallig vlak voor de varkensvoertijd daar naar binnen, dan kreeg die een extra begroeting van de varkens. Ze stoken dan hun koppen uit met hun snotterige snuiten, en hongen met hun poten over het muurtje (van pakweg 1 meter hoogte). Ik je kan wel zeggen, dan raakte je wel eens verstijft van de schrik als zo’n hongerig beest op je afkwam. En daarbij te denken dat je op de
wc-pot zat. Nee, dat was niet altijd even leukToch gebeurde er verder niks, ze snakte alleen maar naar eten en dat lieten ze gewoon merken. Ook kreeg je een zekere band met die varkens. Ze keken je zo met hun guitige kraaloogjes aan en waren vooral heel rustig als ze volgevreten waren, ja, wie zou ook niet? Vaak heb ik toen gedacht, wat zielig voor zo’n varken, straks wordt ie geslacht en ook nog door ons opgegeten. Ja, dat was een raar idee. Een ander zou zeggen: “ Had ie maar geen varken moeten worden”.

En dat opeens was de tijd aangebroken dat het varken zijn gewicht had bereikt en goed was voor de slacht. Dit gebeurde toen nog aan huis. Met de slager werd dan een afspraak gemaakt op welke tijd de slachterij moest plaatsvinden. Gelukkig hielden ze ook rekening met ons, de kinderen. Het zou onder schooltijd gaan gebeuren, dat was het geschiktste moment. En jawel hoor, dan kwamen we ‘s middags uit school en dan was het geschied. Met een grote boog liepen we om det verke oppe leier.
Riny